De renaissance van een stadsdeel
Het kan verkeren – dat weet men in Boekarest maar al te goed. Lipscani was eeuwenlang het bruisend handelscentrum van de stad. De namen van de straten verwijzen nog naar de verschillende gilden die er hun handel dreven: goudsmeden, schoenmakers en looiers. Maar dit ‘Klein Parijs’ verwelkte na de Tweede Wereldoorlog, toen de macht werd overgenomen door een communistisch regime. Onder dictator Ceausescu was zelfs het historisch hart van de stad niet veilig. Maar Lipscani overleefde het. De wijk kwam er niet helemaal ongeschonden van af, maar inmiddels zijn veel van de gebouwen in oude glorie hersteld. Waar ooit zwerfhonden en kinderen in vodden rondliepen, wandelen nu deftige dames naar een galerieopening. ‘Underground’ theaters duiken op in met graffiti bespoten panden. En de bars en restaurants vermenigvuldigen zich er in een rap tempo. De sfeer is lekker ontspannen, zonder de pretenties van de clubs in andere delen van de stad.
Caru' cu Bere
De service in de horeca van Boekarrest is niet altijd even goed geweest – restaurant Caru’ cu Bere aan de Strada Stavropoleos stond zelfs bekend als het mekka van belabberde bediening. En toch bleven de mensen komen, want er weegt veel tegenop: het interieur is geweldig, er wordt gedanst en men serveert er zelf gebrouwen, hoogkwalitatief bier. Dat is nog steeds zo, en sinds het begin van het nieuwe millennium is het er ook stukken beter gesteld met die bediening. Aan de gevel prijkt zelfs de titel ‘Waarschijnlijk het beste restaurant van Boekarest’.